Estamos en Chili

20 januari 2019 - Puerto Natales, Chili

Zondagochtend 20 januari 10.30 uur, ontbijt in ons golfplaten onderkomen bij kok Lorena en Torresgids Nico in Puerto Natales. Ragnar de kat houdt ons gezelschap. Zelfgemaakte meubels op houten pallets, bankstel van twee busstoelen met autogordels, drie Catanversies in de kast, kleine wietplantage in de logeerkamer. We bereiden ons voor op de komende week, als we gaan kamperen en trekken in nationaal park Torres del Paine. 

We hebben een kleurrijke & vrolijke week achter de rug. Ushuaia is echt zoals je het eind van de wereld voorstelt: fris, ruig, onaf en onwaarschijnlijk mooi gelegen. Niet meer helemaal ongerept: het toerisme drukt ook hier zijn stempel. Outdoor- en souvenirwinkels, te rijke jongeren en senioren in zeer goede doen vanuit de hele wereld die ‘even een tripje naar Antarctica gaan doen’, fastfood resto’s die de traditionele barretjes naar de wijken buiten het centrum verdrijven. Maar ook vol muurschilderingen over de historie van het gebied, zwerfhonden met mobiliteitsproblemen en vol zelfgebouwde huisjes van golfplaat en underlayment. Het ene tiny huisje is nog uitbundiger dan het andere: erkers, torentjes, veranda’s, iedereen maakt van zijn eigen huis een droompaleisje, ook of misschien juist wel aan het einde van de wereld,

We sliepen in Hostal Antarctica, een ontspannen plek waar we zelf konden koken en lekker konden relaxen. Zondag maakten we de eerste trek van onze reis, naar de Glaciar Martial. Een stoer pad, over puinhellingen, door scheefgewaaide arctische bossen, langs sneeuwvelden naar het begin van de gletsjer. Steeds met wijds zicht op het Beaglekanaal. Adembenemend!

De volgende dag monsterden we (met rood verbrande konen door het gat in de ozonlaag) aan op een kleine boot voor een tocht naar de eilanden in het kanaal. Broedplaatsen vol leven: cormorants (keizer aalscholvers), rock cormorants (magellaenaalscholvers), zeeleeuwen, grote jagers (skua‘s), wenkbrauwalbatrossen (black bowed albatros), reuze zuidelijke  stormvogels (giant petrels), sternen, roodrugnegritoes. En vol bloemen en onbekende planten als de llareta: een vreemde bol met keiharde blaadjes, die een halve mm per jaar groeit en honderden jaren oud kan worden. Stoere dieren en planten, allemaal aangepast op het ruige klimaat.

Woensdag 16 januari vertrokken we vroeg in de ochtend met de bus naar Punta Arenas in Chili. Een rit van 10 uur door een ongelooflijk leeg landschap. Hier en daar een groepje guanacoes (een kleine lamasoort), heel af en toe een boerderij, maar verder: niets, niets, niets, wind, zon, niets. We konden allebei geen landschap bedenken wat hier ook maar iets op lijkt. Midden in dat uitgestrekte niemandsland ligt de grens tussen Argentinië en Chili: eerst netjes uitchecken in het ene land, met veel stempels en verklaringen, dan inchecken een paar kilometer verderop in het andere land. Welkom in Chili. Met een oude vrachtschuit staken we Straat Magellaan over, waar kleine kortsnuitdolfijnen om de boot heen sprongen. Tegen de avond bereikten we Punta Arenas, de zuidelijkste havenstad van Chili. Onze slaapplek voor 3 nachten was de cabana van  mevrouw Maria Candelaria: kierend, stoffig, met enorme vitrineramen, inrichting-geen-gezicht-jaren50, maar met een uitzicht: fantastico! We zaten elke ochtend en avond op onze aftandse skailederen rookstoelen in onze eigen etalage te genieten van de op- of ondergaande zon over de Straat Magellaan. Met een brok in onze keel.

Punta Arenas is dus onze eerste indruk van Chili. Een wat vervreemdende stad. ‘Terrible city’, vond onze Spaanse reisgenote, maar dat vonden wij dus niet. Net als veel steden in Chili aangelegd als kolonistenankerplaats, met een stratenpatroon in lange rechte lijnen en blokken, bijna uitsluitend laagbouw, en een centraal plein met een hysterisch heldenbeeld (wat we trouwens ook in Argentinië zagen). Hier dus Fernando Magellaen, uittorenend boven de verslagen oorspronkelijke bewoners. Veel namen die eindigen op -ic: gevolg van de komst van grote groepen Oost-Europeaanse kolonisten eind 19e eeuw. Zij hebben dit deel van de wereld tot de hunne gemaakt en de Zuid-Amerikaanse indianen voorgoed verdreven. Anders dan in Argentinië lijkt Chili veel gestructureerder, en ogenschijnlijk ook welvarender. De straten en elektriciteitskabels zijn redelijk onderhouden, het aanbod in de supermarkten is groter, de huizen zijn degelijker. Vergeleken met Europa lijkt Argentinië mediterraner, Chili wat Noord-Europeser. Ook in kosten trouwens: Chili is een stuk duurder, soms zelfs duurder dan Nederland.

We schuimden de stad af en vonden, behalve weer geweldige muurschilderingen, een prachtige begraafplaats (met monument voor de Onbekende Indiaan, veel graven met Oost-Europese namen en kindergraven in de vorm van ledikantjes), een oud landhuis uit het eind van de 19e eeuw met bijzonder moderne voorzieningen (en een blikje Van Houten-cacao), een heuse hypermoderne Seats2Meetvoorziening en een straatkiosk met fantastische empanadas. 

En we zijn natuurlijk naar de pinguïnkolonie op Isla Magdalena gevaren. Wat een feest! Kijk maar naar onze foto’s en laat je ontroeren, ze zijn zo leuk! Als toetje kregen we nog een paar flinke walvisfonteinen te zien vlak naast de boot. 

Gisteren met de bus naar Puerto Natales gereisd, het landschap is nog steeds heel leeg, maar wordt wat gevarieerder. Bergen, bossen. Puerto Natales is innemend. Mooi gelegen aan een fijn fjord, vriendelijke mensen, ontspannen sfeer. Gistermiddag bezochten we het kleine historische museum van de stad: we worden ons steeds bewuster van de geschiedenis van dit deel van het land. Een geschiedenis die zich moeilijk laat navertellen, omdat de indianen van hier nomaden waren en nauwelijks sporen van hun bestaan hebben nagelaten. De historie begint hier bij de kolonisten en de genocide die zij veroorzaakten om dit land in cultuur te brengen.

Lorena vertelde ons net dat de uitbuiting van de streek maar door blijft gaan. Nu is het de zalmindustrie, die Puerto Natales als vestigingsplaats heeft gekozen. De kweekplaatsen nemen grote oppervlaktes van de fjord in en doden al het leven buiten de zalmen. De zalmen worden ingespoten met antibiotica en zo snel en makkelijk opgekweekt en goedkoop op de markt gebracht. Bijna niemand protesteert, het levert werk op voor de bevolking en snel geld voor eigenaren en overheid. Tot de omgeving uitgeput is en de industrie zich naar een andere plek verplaatst...

Verdrietige gedachten. En dat in een betoverende omgeving. We sloten gisteren af met een van de mooiste zonsondergangen die we ooit hebben gezien, onder een volle maan. Nog 1 nacht in een bed, daarna in onze tent onder de sterren.

Liefs van ons, besos!

Foto’s

8 Reacties

  1. Simone Leeuwerink:
    20 januari 2019
    Prachtige foto's! Die muurschilderingen en pinguïns, schitterend. Mooie reis, veel plezier.
  2. Cint:
    20 januari 2019
    Mooie beschrijving, ik ben erbij!
  3. Hans en Grietje:
    20 januari 2019
    Wat een gave ervaring!
    Wat een mooie foto's!
    Blijf genieten!
  4. Wilma:
    20 januari 2019
    Heel erg leuk om jullie reisverslagen te lezen, ook omdat ik dit gebied helemaal niet ken. Wat eilandrijk! Wist ik niet. Zo te zien hebben jullie het erg naar jullie zin. Prachtige foto's. X
  5. Nicole:
    20 januari 2019
    Beautiful!!!
  6. Pip:
    21 januari 2019
    Oh Mieke en Anne, wat leuk om mee te lezen en kijken, vooral over de stoere en andere dieren die jullie zien. Het figureren van Anne in de muurschilderingen is hilarisch. Veel kampeerplezier, we zijn benieuwd naar het volgende verhaal!
  7. Jasmin:
    23 januari 2019
    Wat een stoer, mooi, maar ook verdrietig verhaal! Heerlijk om een beetje mee te kunnen genieten! Veel kampeerpret!
  8. Monique:
    26 januari 2019
    Prachtig om jullie zo te zien genieten. Wat een leuke en bijzondere plekken laten jullie ons ook zien. We reizen een heel heel heel klein beetje mee, mooie reis hoor. Wat super leuk en fijn dat jullie dat met ons delen. Geniet vooral lekker verder en denk niet aan Holland. Tis hier koud, grijs en saai! Adios.